Jazz, art deco, flappers, feminisme & tassle twirling…

De jaren twintig van vorige eeuw was een zeer bewogen tijd. Ze worden de ‘roerige jaren twintig’ genoemd omwille van de vele economische en maatschappelijke veranderingen tijdens deze periode. Groot optimisme, vooruitgang, empowerment en euforie dat na enkele jaren omsloeg in pessimisme en uitmondde in een periode van grote recessie (The Great Depression).

Na het verbod op openbaar dansen in oorlogstijd in vele landen, evolueerde de algemene dansstijlen van gestructureerde en redelijk afstandelijke ballroom dansen naar energieke, vrije en sociale dansen zoals Charleston, Fox Trot, Texas Tommy & Lindy hop. Deze dansen waren voor de nieuwe generatie mannen en vrouwen die  extreme sporten, frivoliteit en lossere moraal waardeerden. Dansen deed je in nachtclubs en buurthuizen. Moves werden doorgegeven van de ene danser naar de volgende en pikte je op door te kijken naar andere dansers en films zoals Running Wild. Ook de Silver Screen (silent movies en later talkies) was een grote inspiratie. De Wall Street Crash van 1929 beëindigde de Jazz Age. Dansmarathons (rage sinds 1920) bleven en rond 1936 kwam er weer meer vrijheid voor dansers met de Shag, Big Apple, Lindy Hop en jitterbug.

Vrij kunnen bewegen in je dagdagelijkse kledij werd belangrijk. Het gewenste silhouet voor vrouwen was recht en met jongensachtig figuur. De wijde flapperjurk zorgde er dan ook voor dat er niet te veel accent werd gelegd op eventuele rondingen. Korsetten verdwenen en maakten plaats voor zijde ondergoed, de zoom van jurken verplaatste zich stelselmatig richting knie en de taillelijn verlaagde tot aan de heupen. Met de kortere jurken en rokken werden benen zichtbaar, iets wat ondenkbaar was in de jaren ervoor. Om de illusie van blote benen te voeden, droeg men vleeskleurig zijde stockings. De look was compleet met een clochet-hoedje over een bob-kapsel. Ook de avondkeldij was simpel van snit, maar wel met opvallende art deco-decoratie, transparante stoffen en afgezet met glasparels, zijdefranje of het goedkopere rayon. Decolletés en blote ruggen waren niet langer uit den boze. Lange sjaals, sigarettenpijpje en imitatiejuwelen (lange snoeren valse parels) werden onmisbare accessoires. De look maakte je af met een mooi versierde tulen haarband in plaats van de clochet-hoed van overdag.

De heren-garderobe bestond in de meeste gevallen uit een verzameling van keurige maatpakken, leren Oxford veterschoenen en een of meerdere vilten hoeden. Mannen uit de lagere klassen in de samenleving droegen meestal rubberen overjassen over een flanellen overhemd en overall van spijkerstof. De mode was maatschappelijke uniformiteit, maar met goedpassend maatwerk.

Chanel “Sieraden moeten een vrouw sieren, ze hoeft er niet rijk door uit te zien.”

De cosmetische innovaties van de jaren 1910 hadden een grote invloed op de make-up van de jaren 1920. In het begin gingen schoonheidsproducten niet over het veranderen van iemands uiterlijk, maar over het verbeteren van natuurlijke schoonheid. Het aantal schoonheidsproducten en merken nam sterk toe en make-up werd een manier om aandacht te trekken en de look van de filmsterren te imiteren. Egale huid met in cirkel aangebrachte rode blush, dunne donkere wenkbrauwen in een boog met licht neerwaartse punt aan de binnenkant, rode lippen met duidelijke cupids bow, donkere oogschadow met smokey effect en mascara werden de norm. (zie foto Clara Bow)

Avondje uit? Dat deed je als vrouw met een losse, korte en zwierige ‘Charleston jurk’ (zie foto). Een jurk met ongelijke zoom (handkerchief hem) werd de standaard danskledij. Deze gaf veel bewegingsvrijheid en was een deftige lange jurk als je stilstond, maar bewoog flirterig mee als je draaide waarbij veel been zichtbaar werd. Mannen verkozen zachtere en sportievere kledij dan de stijve degelijke maatpakken om in te dansen.

Overdag droegen vrouwen korte “Cuban heels”, lage schoentjes met stevige hak. Om uit te gaan droeg je hogere en dunnere hakken. Dansschoenen met een bandje werden “Flapper” of “Sally” schoenen genoemd. Deze had je doorgaans met een enkel bandje (“Single Mary Jane Straps”) of een T-strap.

Voor mannen was de nieuwe trend het dragen van lederen schoenen met rubberen zolen. Deze waren echter niet ideaal om mee te dansen. Hiervoor droegen mannen klassieke schoenen met een lederen zool.

Jazz, Blues, Broadway and Dance Bands (Big Band, jazz & ragtime) waren de populaire muziekgenres in de jaren ‘20. De muziekindustrie kende grote veranderingen. Sinds 1910 begonnen commerciële openbare radiostations uit te zenden, wat muziek luisteren toegankelijker maakte. Halverwege de jaren 1920 werd het akoestische opnameproces vervangen door een elektrisch proces. Hierdoor klonk opgenomen muziek beter en natuurlijker. Dit vergrootte de populariteit van opgenomen muziek enorm. Een laatste invloed op de muziekindustrie kwam tegen het einde van het decennium, toen stille films “talkies” werde, dit waren films waarin opgenomen geluiden werden gebruikt en zo een nieuw platform creëerden voor de distributie van populaire muziek. 

In het begin van het decennium werd in Amerika het 19e amendement goedgekeurd wat vrouwen eindelijk het recht tot stemmen gaf. In deze naoorlogse tijd namen vrouwen actiever deel aan het beroepsleven en genoten meer vrijheid in hun persoonlijke leven. Vrouwen rookten en dronken alcohol net zoals mannen en reden auto. Echte gelijkheid was er zeker nog niet, maar het waren de eerste feministische stappen die de komende decennia sociale veranderingen in gang zetten. Werken deed je voornamelijk in stereotype ‘vrouwenjobs’ (huishoudhulp, winkelbediende enzovoort) en politieke ambities werden tegengehouden of gesust door vrouwen de minder belangrijke dossiers en posities te geven. Als vrouw kreeg je te maken met een glazen plafond qua werkmogelijkheden, discriminatie op de werkplek en loonongelijkheid. 

Burlesque in de jaren ‘20

De vrijheid van vrouwen in het dagelijkse leven en hun lossere moraal tijdens de avonden met jazz, drank, sigaretten en dans vertaalde zich ook sterk in Burlesque. Rond 1920 werd striptease geïntroduceerd in burlesqueshows en achtergronddansers met ontblote borsten om een tegengewicht te bieden aan de opkomst van de radio en film, iets uitzonderlijks en gewaagd. De dagelijkse kledij werd korter en bloter dan de Victoriaanse kledingdracht. Zo werden ook de outfits van de dansers nog korter en bloter. Er werd steeds verder gegaan in het strippen om volk te blijven trekken, tot er een wet ontstond in Amerika tegen publiekelijk naakt, ook in artistieke vorm. Om toch dezelfde populariteit te kunnen behouden werd er gestript tot bijzonder kleine G-strings en tepelpatches (pasties) met of zonder kwastjes. 

Burleque was een platform om te reflecteren op maatschappelijke problemen, maar ook één met vele stereotypen zoals het Salome-kostuum dat de Midden-Oosten femme fatale voorstelde en zwarte dansers zoals Josephine Baker die naam maakte met hun ‘danse sauvage’ (met bananenrok). De gouden jaren van burlesque werden gekenmerkt door gigantische props/rekwisieten, extravagante decors en opvallende kostuums. Enerzijds had je de Hollywood glamour-vibe met rijkelijk gedecoreerde kledij en achtergronddansers in dezelfde kostuums. Anderzijds had je de opkomst van ‘exotische’ dansen zoals Bump and Grind, Hula, danse sauvage en circus sideacts.


Wil je de jaren ‘20 herleven?

Lilith D’licious 
Headmistress of Sinners Dollhouse